Ik ben een nakomeling uit het geslacht Wijma te Eernewoude / Grouw met de voorvader Sijtse Saeckes, die op 25-12-1635 trouwde met Tet Bauckes te Garijp, waaruit een enorm nageslacht is voortgekomen. Sijtse hertrouwde later met Geertje Ages. Beide huwelijken brachten 9 kinderen voort.
De “Werkgroep Wijma” heeft zich bezig gehouden met onderzoek naar de herkomst van het geslacht Wijma. Het resultaat werd neergelegd in 5 publicaties, die verschenen in 1980, 1981, 1984, 1988 en het laatste deel in 1993. Ik heb voor het tekstgedeelte in dit voorwoord regelmatig gebruik gemaakt van de bovenstaande uitgaven.
De oudere loten aan de familiestamboom woonden in het grensgebied van het huidige Friesland en Groningen. We nemen aan, dat de ouden zich al voor 1500 in het toen nog Friese Vredewold hebben gevestigd, dit is nu een onderdeel van het (zuidelijk) Westerkwartier. Deze streek lag geïsoleerd, dit had tot gevolg dat er een geslacht kon ontstaan van eigenerfden, vrije boeren. Zij maakten eigen wetten en voerden eigen zegels. In Marum stond het huis “Wyema”, welke gelegen was aan de Randel in Marum (west). Deze boerenplaats stond in de directe nabijheid van de nu nog aanwezige oude N.H. kerk. Uit diverse publicaties komt naar voren, dat alle nu nog in leven zijnde naamdragers rechtstreeks afstammen uit dit huis. In 1479 staat Berend (Benne) Hendrikszoon Weyma (Wyma) als eigenaar vermeld, hij zetelde in die jaren als grietman en rechter over “Vredewold”. Hij zegelde bestuurlijke stukken tussen 1469 en 1507. In het archief van Groningen is een koopacte bewaard met zijn stempel.
Vredewold is een streek in Groningen. Het behoort tot het Westerkwartier, maar was voor een lange tijd een onafhankelijk Ommeland. De belangrijkste adel van Vredewold waren de families, die in de borg “Nienoord” woonden.
Oud-Marum lag als een schiereiland aan het eind van de zandrug Vredewold. Vanuit het noorden en westen was het omringd door laaggelegen, van nature waterrijk, gebied, terwijl het vanuit zuidelijke richting werd ingesloten door hoogveen.
Eén tak van de Wyma’s heeft nog lang gewerkt en gewoond op het voor-vaderlijke goed de “Wijma-heerd” in Marum. De nu nog aanwezige straat welke de naam “Randel” draagt, is de oorspronkelijke oprijlaan van wat eens de “Wijma-heerd” was.
Hieronder is de kerk van Marum afgebeeld op een tekening uit 1672 door Jacobus Stellingwerf. Het huis op de achtergrond zou de Wijma-heerd zijn geweest (“blz. 14 – Deel 5 Genealogie Wijma’s).
De kerk van Marum
In 1832 staat Jan Wolters Boerema, landbouwer, als eigenaar van perceel Marum F 382 in het kadaster. Het kaartje geeft de situatie aan. Boven de rode pijl is de boerderij te herkennen.
Marum in 1832
Op het kaartje hieronder is de “Wijma-heerd” geplakt in een topografische kaart van de huidige situatie.
Marum in 1832
Er is een theorie, waarbij aangegeven wordt, dat de naam Wyma verband heeft met het Deense dorp “Wyum” op Jutland. V/d AA schrijft in zijn Aardrijkskundig Woordenboek (1854), dat in de directe omgeving van Hoogebeintum een “Wyma-state” heeft gestaan (uit Nieuwsbrief Werkgroep Wijma – maart 1991).
De naamkundige Winkler schrijft de naam Wijma toe aan Wyma-Heerd te Niekerk, waar Eisse (Wijma) woonde, nauw verwant aan de Wijma’s te Marum. Nabij het dorp Niekerk (Groningen) stond deze oude boerenplaats met de naam “het huis Wima”. Winkler zegt echter ook, dat de naam Wijma te maken heeft met een boerengoed te Hoogebeintum in Friesland, dat ‘Wyma-State’ heette. Winkler legt verband met de plaats van herkomst van de oudste bewoners van deze state door het in Jutland (Denemarken) gelegen plaatsje Wyum (nu: Vium) te noemen (Johan Winkler (dialectoloog) (Leeuwarden, 12 september 1840 – Haarlem, 11 maart 1916) was arts te Leeuwarden en auteur van wetenschappelijke boeken). Hiermee komt dus een Noormannen element in de familie Wijma binnen, iets wat niet onmogelijk is. Sommigen van deze Noordse volken vestigden zich zoals boven reeds vermeld soms blijvend in ons land.
Een aantal telgen verplaatsen zich. De Wijma’s kwamen tot aanzien o.a in Tolbert en Opende. In de 16e en 17e eeuw moeten er veel Wijma’s uit Tolbert, Midwolde, Marum e.o. op de Wijma-gronden rond Marum en Groninger Opende werkzaam geweest zijn. Het is aannemelijk, dat vele nazaten toen nog een bestaan vonden op voorvaderlijk grond. Maar de familie verloor door het grote aantal nakomelingen het onderlinge contact en raakte verspreid. Velen van hen vertrokken richting Friesland, waar we hen vooral rond Augustinusga, Drogeham, Kollum, etc. tegenkomen. Wellicht zochten en vonden ze werk in de vele verveningen en ontginningen van heidevelden, die daar op gang kwamen. Sommigen legden zich toe op het vervoer van turf. Deze migratie heeft er ongetwijfeld toe bijgedragen dat de familienaam vele varianten kreeg: Weima, Weijma, Wiema, Wyma en Wijma, iets wat door de invoering van de Burgerlijke Stand in 1811 bestendigd werd.
Sommige Wijma’s trokken verder Friesland in. Zo vinden we al rond 1500 in Eernewoude als ‘boerveenbaas’ een zekere Saecke Saeckesz. Wijma.
Saecke Wierds is de vermoedelijke vader van Sijtse Saeckeszn., hij was landbouwer en kerkvoogd en woonde al voor 1600 in het gehucht Eernewoude. In en om dit dorp bleven zijn kinderen woonachtig, maar enkelen trokken via Garijp naar de vlecke Grou. Afgaande op bewaard gebleven akten van aan- en verkoop van grond en huizen, blijkt dat men te Grouw tot behoorlijke welstand is gekomen. Vanuit Grouw vestigden zich in latere tijden telgen over geheel Friesland (en daarbuiten).
kaartje mogelijke verspreiding door Friesland
Samenvatting: Mijn directe voorvader is Sijtse Saeckeszn. Wijma uit Garijp / Eernewoude / Grouw. De ouden leefden in het grensgebied van Friesland en Groningen. Er lijkt ook verwantschap te bestaan met het huis Wima nabij Niekerk. De ouden leefden op hoger gelegen zandgronden. Er is een theorie, dat de allereerste bewoners afkomstig zijn uit de omgeving van Hogebeintum. Op zoek naar een veilige plek in een waterrijk gebied kwam men terecht op de zandrug in Vredewold. Vanuit Marum trokken de Wijma’s door Friesland. Mijn voorvaderen leefden met zekerheid in Eernewoude, Grouw, Aegum, Oosterwierum, St. Annaparochie, Nes, en Niawier. De sprong van Marum naar Eernewoude is nog duister.